Het Rosarium

Het Rosarium

Het Rosarium 

Ontstaansgeschiedenis
In juli 1933 vond de officiële opening plaats door E. Guldemond, wethouder van Boskoop en kreeg het park de naam Guldemondplantsoen. Tegelijkertijd werd de tuin overgedragen aan de gemeente Boskoop. De aanleiding voor de aanleg van het rosarium was een tuinbouwtentoonstelling als werkverschaffingsproject ter bestrijding van de werkeloosheid. De ontwerper was ingenieur S.G.A. Doorenbos, directeur van de dienst gemeenteplantsoenen in Den Haag.

Het middengedeelte van het Guldemondplantsoen is geheel gevuld met rozen(struiken) en is dus een rosarium. De vormgeving van het rosarium is in een sobere Nieuw Architectonische stijl. In de tuin staan ieder jaar ongeveer 2.600 rozen (in circa 160 rozenrassen) van mei tot oktober in bloei. Een aantal daarvan is al zo oud, dat men de naam niet meer weet. Tussen de rozenperken, vooral trosrozen en theehybriden, is een gazon. Naast de rozen zijn er ook vaste planten, heesters en bomen aangeplant. Ieder jaar worden een tiental verouderde rozenrassen verwijderd en vervangen door nieuwe. Deze nieuwe rassen komen van veredelaars over de hele wereld. Zij kruisen en kweken nieuwe rassen en schenken deze aan Rosarium Boskoop. Sinds de aanleg is de vak indeling ongewijzigd en is het koepeltje met zes zuilen en een bolvormig dak uit 1936 nog origineel. Het fonteintje in de koepel is verdwenen, de zonnewijzer is niet meer compleet en de houten pergola's en rozenbogen zijn vernieuwd. De tuin heeft geen sproei-installatie. Onderbemaling zorgt ervoor dat de planten voldoende vocht kunnen opnemen uit de grond. In 1997 is het park geheel gerenoveerd door G.J. Nottelman en is het een Rijksmonument.
Share by: